9. NAVIGATIE EN KAARTLEZEN
Wat je voor het vak navigatie moet kennen en kunnen staat in de ICAO-eisen. Voor het LAPL(S) staat het in de stofomschrijving van EASA.
In de ICAO-eisen staat:
The applicant shall have demonstrated a level of knowledge appropriate to the privileges granted to the holder of a glider pilot licence, in at least the following subjects (en dan staat bij het onderdeel navigatie):practical aspects of air navigation and dead-reckoning techniques; use of aeronautical charts;
Vrij vertaald: Je moet laten zien dat je de praktische kanten van het navigeren beheerst; dat je tijdens de vlucht met behulp van koers, tijd en afstand je vliegkoers kunt corrigeren; verder moet je aantonen dat je gebruik kunt maken van luchtvaartkaarten.
In de linker kolom zie je de stofomschrijving van EASA. In de rechter kolom zie je welke onderwerpen je voor dit examenonderdeel moet kennen.
9. NAVIGATION SAILPLANE | 9. Navigatie voor zweefvliegen |
9.1.BASICS OF NAVIGATION | 9.1 Basisinformatie voor navigatie |
9.2.MAGNETISM AND COMPASSES | 9.2 Magnetisme en kompassen |
9.3.CHARTS | 9.3 Vliegkaarten |
9.4.DEAD RECKONING NAVIGATION (DR) | 9.4 Deadreckoning (Gegist bestek) |
9.5.INFLIGHT NAVIGATION | 9.5 Navigatie tijdens de vlucht |
9.6.GLOBAL NAVIGATION SATELLITE SYSTEMS | 9.6 GNSS (GPS, GLONASS, GALILEO,enz.) |
9.7 USE OF ATS | 9.7 Gebruik van ATS (Air Traffic Service) |
Navigeren boven vertrouwd terrein op dagen met uitstekend zicht en enkele cumuluswolken (3/8) is voor ervaren zweefvliegers in België een routineklus. Ze hebben ruime overlandervaring om vrijwel zonder zweefvliegkaart en kompas te vliegen. Het landschap glijdt rustig onder hen door, en de zon dient als een natuurlijk kompas om hun vliegrichting te bepalen. Dankzij hun expertise weten ze bijvoorbeeld exact waar het vliegveld van Sint Truiden zich bevindt, en van daaruit vliegen ze bijna blindelings richting Hasselt. Op slechts 20 kilometer afstand kunnen ze al de markante kenmerken van Genk, zoals de opvallende mijnterrils, zien. Daarmee zitten de eerste 50 km van de overlandvlucht er al bijna op.
Eenmaal boven Genk vertrouwen ze op hun ervaring om te weten waar het vliegveld van Genk zich zou moeten bevinden. Ze volgen het herkenbare landschap en steken eventueel waterwegen over, met de geruststelling dat ze zich op de juiste route bevinden. Het merendeel van hun aandacht gaat uit naar het observeren van het landschap en de lucht om de optimale vliegroute te bepalen.
Een eerste overland, of een overland in het buitenland in een onbekend gebied, verloopt heel anders. Het navigeren vergt een groot deel van je aandacht. Je vliegt dan met de vinger op de kaart en je kijkt geregeld op je kompas om te controleren of je de juiste vliegkoers aanhoudt.
Bij een overland is het voor de meeste vliegers het handigst om de kaart met het doel naar boven voor je te houden. Voor een overland van Keiheuvel naar Kiewit ziet de kaart er dan zo uit. Je ziet dat de kaart op de kop staat. Dit is even wennen maar het is handiger dan de kaart in gedachten steeds om te draaien. Het schietterrein van Leopoldsburg ligt dan links van de geplande koers, en rechts zie je de terrils en de oude mijn van Beringen.
In Kiewit kan het moeilijk zijn om het veld te vinden, maar als je geluk hebt zie je daar een zweefvliegtuig landen. Gelukkig kom je van het noorden en zijn de hangars wel duidelijk zichtbaar. Als je van het zuiden over Hasselt aangevlogen komt, zijn deze verborgen achter de bomen en is het een stuk lastiger om het vliegveld te zien.
Op deze foto zie je het veld van Kiewit. De eerste keer dat je daar komt is het behoorlijk zoeken voordat je het veld ziet. Tenzij je een GPS bij je hebt, want die vertelt je in welke richting je moet zoeken en hoe ver je er nog vandaan bent.
Tegenwoordig worden bijna alle overlandvluchten met een GPS gemaakt. Meestal een GPS met een moving map programma zoals See You, Winpilot of een gratis zweefvliegnavigatie programma zoals XCSoar. Een GPS is een ontzettend handig hulpmiddel, maar aangezien een GPS uit kan vallen, blijft het gebruik van een kaart en een kompas noodzakelijk om veilig te kunnen navigeren.
Dit hoofdstuk gaat over luchtvaartkaarten, het gebruik van kompas en gps, het uitzetten van een vliegkoers, de invloed van de wind op de vliegkoers en over welke delen van het luchtruim gebruikt mogen worden.
Mocht je meer over de geschiedenis van kaarten willen lezen, lees dat het stuk: Van kadasterkaart tot google earth.
Veel succes bij het studeren voor het vak Navigatie.